Mokumse jihad van liefde -3-

Soms ben ik in mijn vrolijk ondernemerschap een beetje naïef. Ik vind een bankje voor de deur van mijn pand in de Amsterdamse binnenstad dus gezellig staan. Een symbool voor welkom zijn, samen koffie en verhalen in de lentezon, even uitpuffen in de pauze van een intensieve masterclass.
Dus toen ik op een mooie morgen het bankje in elkaar getrapt voor de deur aantrof, aarzelde ik geen moment. Naar het tuincentrum. Nieuw bankje.

Ik liet een bordje maken: KW9 private banking. Ik vond het zelf een heel leuk grapje. Ik moest iedereen er wel op wijzen, maar kon daar zelf elke keer weer om lachen.

En toen de schilder de hele voorgevel in superlak zette, lakte hij het bankje mee, want dat stond zo mooi. Tot mijn verrassing zette dezelfde avond iemand met een sleutelbos wat leuzen in de lak.

Op zonnige dagen vertoefden op mijn bankje niet alleen de bezoekers van KW9. Ook de dames van verderop, voor wie het zo ver lopen was naar het station, rustten er altijd graag even uit. Toeristen die de kaart van Amsterdam op zijn kop hielden, vonden op mijn bankje vaak de weg weer terug. Af en toe moest ik even ingrijpen om wat wiet-luchten of intens zoenende blije mensen een andere kant op te dirigeren. Er lagen ’s ochtends regelmatig peuken onder de bank. Ik had er een speciale stofzuiger voor klaar staan.

Maar toen.
Van de week kwam ik aan op KW9. Het leek wel of op mijn bankje 10 bussen voetbalsupporters waren losgegaan. Ik wurmde mij door blikjes, flesjes, eetresten en wat dies meer zij naar binnen. En opeens was ik er zoooo klaar mee! Dat bankje moest daar weg. Meteen. Hop, naar mijn dakterras.

Ik mailde iedereen die bij KW9 komt, dat het mij speet, maar dat het echt niet langer ging.
Hartverwarmende reacties. En 1 die mij verraste.
“Zou het kunnen, dat in deze tijden, waarin banken nou niet bepaald allemaal een rolmodel meer zijn, sommige mensen echt niet snappen wat jij met private banking bedoelde? Die, mogelijk wat minder bewust (door genotsmiddelen of al van zichzelf) hun woede over die lelijke banken botvieren op jouw mooie onschuldige bankje?”
Dát was nou nog nooit in me opgekomen.

Terwijl ik mijmer over dit scenario, komt burgemeester Van der Laan aangewaaid in mijn dagdroom. Met dat karakteristieke glimlachje. Zorg goed voor de stad en voor elkaar.

Er valt me een beeld in. Ik pak de vitruvius (de ideale man; de man die Van der Laan op een bepaalde manier ook was) en leg die over de kaart van Amsterdam. Ik ben beduusd van het resultaat.

KW9, mijn plek, staat middenin de longen, na aan het hart. Het bankje, mijn bankje, mijn symbool dat iedereen welkom is bij KW9, pront ervoor. Als de houten Klaas van private banking. Zo bezien geen ideaal symbool voor een warm hart en overdadige levenslucht. De Van der Laan in mijn dagdroom houdt het ondertussen niet meer van het lachen. Had ie al die bagger op me afgestuurd, moest ie uiteindelijk een vaag voetbalclubje inhuren om duidelijk te maken dat er niets, maar dan ook helemaal niets gaat boven een persoonlijk en van harte gemeend welkom.

Zin om te reageren?

Laat een reactie achter: